Tweede Kamerverkiezingen 2025: Wat willen de partijen met jouw portemonnee?
Een overzicht van de politieke plannen rondom geld
De hypotheekrenteaftrek afbouwen, gratis kinderopvang, een compleet nieuw belastingstelsel. En dan is er nog die studieschuld die je blijft aanstaren – áls je al durft in te loggen bij MijnDUO. De partijprogramma’s van de Tweede Kamerverkiezingen staan vol plannen die jouw portemonnee gaan raken. Maar wat willen de grootste partijen nou écht met jouw geld, werk en toekomst? En wat merk jij daar straks van?
Nog maar 18 procent van de kiezers weet welk bolletje zij rood gaat kleuren in het stemhokje, blijkt uit een peiling van Ipsos I&O. En dat aan de vooravond van de verkiezingen. Twijfel alom dus. Dat is niet zo gek, want achter grote woorden en slimme slogans schuilen beslissingen die je straks voelt in je maandlasten, opvangregeling of aflosplan.
De standpunten van de partijen liggen behoorlijk uit elkaar. Dit maakt het soms lastig om te overzien wat al die plannen concreet voor jou betekenen. Daarom zetten wij de belangrijkste thema’s, money wise, helder op een rij. Ben je klaar om echt de details in te duiken?
Hypotheekrenteaftrek: van fiscaal voordeel naar politiek breekpunt
Daar is ‘ie: de hypotheekrenteaftrek. Een van de meest besproken thema’s binnen de aankomende verkiezingen. Niet zonder reden, want de regeling raakt (indirect) bijna iedereen: sinds 1990 steeg het aantal huishoudens dat gebruikmaakt van de regeling van 2 naar 3,7 miljoen, aldus het Centraal Planbureau. En ja, óók huurders betalen er aan mee.
De hypotheekrenteaftrek betekent simpel gezegd dat je minder belasting afdraagt als je rente over je hypotheek betaalt. Dat is voordelig als je nu een huis bezit of binnenkort wil kopen. Maar dat voordeel staat onder druk.
Voordeel voor de een, kloof voor de ander
Volgens economen en de Europese Commissie drijft de hypotheekrenteaftrek de huizenprijzen kunstmatig op: wie meer belastingvoordeel krijgt, kan ook meer bieden voor een eventueel volgend huis. Dat vergroot de kloof tussen huurder en koper, zeggen ze. D66 sluit zich hierbij aan: de partij wil afbouwen en het geld dat vrijkomt inzetten voor lastenverlichting en woningbouw. GroenLinks-PVDA wil het voordeel geleidelijk afbouwen in 8-12 jaar. Zij willen meer besteden aan woningbouw en ‘solidariteit in belastingen’.
De VVD heeft zich historisch gezien altijd duidelijk uitgesproken tégen de afschaffing. Zij stellen in hun huidige partijprogramma dat ‘de hypotheekrenteaftrek geen cadeau is, maar een logische regeling voor wie investeert in een eigen woning’. De BBB noemt het afschaffen ‘onverstandig’ omdat veel mensen dan onverwacht geconfronteerd worden met hogere woonlasten.
De regeling is inmiddels al een beetje afgebouwd. Maar als de aftrek straks helemaal verdwijnt, stijgen de maandlasten flink. In één klap stoppen is geen optie: voor veel mensen zou dat financieel onhaalbaar zijn. Bovendien houden banken er bij het verstrekken van hypotheken al rekening mee. Klinkt dit wat vaag en ingewikkeld? In de onderstaande grafiek zie je hoe dit zich kan uitpakken in de praktijk:

Bron: ConsumentenBond.
Trots huizenbezitter? Dit kun je zelf alvast doen:
- Op berekenhet.nl zie je binnen een paar klikken hoe je woonlasten eruitzien zonder aftrek. Even rekenen, veel duidelijkheid.
- Kun je extra aflossen, je rente aanpassen of je hypotheek omzetten? Hoe eerder je in actie komt, hoe meer grip je hebt. Gebruik alleen spaargeld dat je écht kunt missen. Extra lenen is later niet altijd vanzelfsprekend.
- Verwacht je dat je inkomen stijgt? Dan kun je hogere lasten waarschijnlijk beter opvangen. Houd daar nu alvast rekening mee bij het maken van keuzes.
Kinderopvang: onmisbaar en onbetaalbaar?
Je wil meer gaan werken, maar na het zien van de kosten zou je bijna zelf een opvang beginnen. Kinderopvang is een van de stille stressfactoren tijdens het gesprek aan de keukentafel. Volgens het Nibud betaalden ouders in 2023 gemiddeld tussen de €230 en €830 per maand aan eigen bijdrage (afhankelijk van hun inkomen en het aantal opvangdagen).
Toeslagen, taboes en torenhoge kosten
De meerderheid van de ouders betaalt een deel van de opvang zelf. Ze krijgen het resterende bedrag terug via de kinderopvangtoeslag. Maar wie dat systeem kent, weet dat het allesbehalve simpel is, en niet zonder risico’s.De toeslagenaffaire, die zich afspeelde tussen 2005 en 2019, liet pijnlijk zien wat er mis kan gaan in een complex en foutgevoelig systeem: duizenden ouders werden onterecht als fraudeur bestempeld en moesten in sommige gevallen honderden euro’s terugbetalen.
Sindsdien is het vertrouwen in het kinderopvangstelsel broos, terwijl de kosten voor opvang alleen maar zijn gestegen zeker als de toeslag pas achteraf wordt verrekend. Niet iedereen durft dat risico te nemen. Het gevolg: veel ouders, en vooral moeders, werken minder dan ze willen of kunnen, met financiële afhankelijkheid als mogelijk gevolg.
Waarom dit vooral vrouwen raakt
In de praktijk zijn het vooral vrouwen die hun uren terugschroeven als opvang onbetaalbaar of onbetrouwbaar is. In bijna de helft van de gezinnen werkt de moeder parttime, terwijl de vader voltijd werkt (CBS, 2022). Dat is geen toeval, maar het gevolg van hardnekkige verwachtingen over zorg en werk. In veel gevallen ligt de verantwoordelijkheid voor een ziek kind of het gebrek aan opvang bij de moeder. Of dat nou bewust of onbewust is. Toegankelijke en betaalbare opvang maakt het makkelijker voor vrouwen om hun eigen geld te verdienen, ambities waar te maken en meer te werken zonder stress.
Kinderopvang op de stemlijst
Vrijwel alle partijen erkennen inmiddels dat het anders moet, maar de vraag hoe precies blijft nog onbeantwoord. Wordt kinderopvang straks een publieke voorziening zoals onderwijs, of blijft het een individuele verantwoordelijkheid?
Sommige partijen willen volledig gratis opvang, maar verschillen in wat ze precies aanbieden. Zo wil het CDA twee dagen opvang per week gratis maken voor werkende ouders, terwijl GroenLinks–PvdA vier dagen per week gratis opvang wil voor alle kinderen, ook als ouders niet werken. De PVV wil het huidige stelsel behouden, zij benadrukken de eigen verantwoordelijkheid van de ouders. De VVD wil lagere kosten via een toeslag, maar geen volledige dekking.
Wat misschien saai en politiek klinkt als ‘kinderopvangbeleid’, gaat in de praktijk over jouw agenda, ambities en rust. Zeker het overwegen waard in het stemhokje.
Studieschuld: de rekening na je diploma
Terwijl de politiek discussieert over opvangkosten en belastingvoordelen voor huizenbezitters, kijkt een andere groep, vaak toch wel met een knoop in de maag, naar een heel ander getal: de studieschuld.
Wie tussen 2015 en 2023 studeerde, zit nog steeds met de schulden. De tegemoetkoming van maximaal €1.436 (belastingvrij) vinden veel studenten onvoldoende. DUO geeft aan dat op dit moment ruim 1,5 miljoen Nederlanders een studieschuld hebben, met een totaalbedrag van ruim €26 miljard. Ter vergelijking: met dit bedrag geef je heel Nederland 10 jaar lang gratis collegegeld.
Voor wie wil huren, kopen of ondernemen kan die studieschuld belemmerend werken: geldverstrekkers rekenen de maandelijkse aflossing gewoon mee bij de beoordeling. De rente op studieschuld is bovendien gestegen: van 0% in 2022 naar 2,56% in 2024. Dat voel je, zeker bij een hoge lening.
Wie draait er op voor het verleden?
Het verschil tussen de studerende generaties is net zo groot als de afstand tussen de politieke partijen. De SP stelt dat ‘studeren geen schuldenval mag zijn’. Zij vinden dat studenten met een flinke studieschuld al starten met een achterstand. Daarom wil de partij het leenstelsel definitief afschaffen met een ruime compensatie aan de generatie die de basisbeurs miste. De VVD wil juist het leenstelsel behouden en zijn tegen kwijtschelding. Zij benadrukken persoonlijke verantwoordelijkheid.
GroenLinks–PvdA noemt het leenstelsel ‘een mislukt experiment’ dat jongeren met een onnodige schuldenlast opzadelde. De partij wil dat studieschulden minder zwaar gaan meetellen bij een hypotheekaanvraag. D66 was ooit voorvechter van het leenstelsel. Zij draaien nu. In hun partijprogramma lees je dat ze de rente voor de leenstelselgeneratie naar 0% willen terugdraaien. Daarnaast pleit D66 weer voor een basisbeurs en een uitwonendenbeurs.
Wil je weten hoe jouw studieschuld meeweegt bij een hypotheek, of hoeveel rente je dit jaar betaalt? Op duo.nl en nibud.nl kun je dit eenvoudig uitrekenen.
Zo, nu weet je hoe het zit met de belangrijkste geldkwesties. Een investering in jezelf: wat partijen zeggen over geld raakt aan grote thema’s, maar ook aan jouw dagelijks leven. Heb je nog ruimte in je hoofd om de partijen te vergelijken? In de tabel hieronder zie je per onderwerp wat de grootste partijen precies van plan zijn rondom (bijna) alle geldthema’s.


De informatie in dit overzicht is gebaseerd op de officiële verkiezingsprogramma’s van de partijen. Iedere partij bepaalt zelf welke onderwerpen zij uitlicht en hoe ze deze formuleert. Voor de volledige context en nuance verwijzen we naar de partijprogramma’s zelf, die te vinden zijn op de websites van de partijen of op www.watzegtmijnpartij.nl.
Bronnen: Europese Commissie, DNB, Centraal Planbureau, Nibud, ConsumentenBond, partijprogramma’s.
Ook financieel goed voor jezelf zorgen?
Maar weet je niet waar te beginnen en welke eerste stap te zetten om goed met geld te worden? Doe de test en krijg direct een stappenplan passend bij jou. Makkelijk te volgen, geen moeilijke taal en voor vrouwen met weinig tijd.
